maandag 30 maart 2015

leef en laat leven


Ze moet in het milieu gewerkt hebben. Esthetisch komt haar voorkomen niet overeen met het imago dat ze kiest. Nu ze oud is alleszins niet meer en misschien vroeger evenmin.

Af en toe kom ik haar op straat tegen. Nu, onderweg naar de nachtwinkel zie ik haar door het raam van een café. Een volks café met discolampen waar – vanaf 't moment dat de deftige mensen thuis blijven – roken nog altijd mag.
Met hangende mondhoeken, sterk opgemaakte ogen, lang, gelig, dor haar en verrimpelde, uitgezakte huid in dezelfde kleur. Steevast in het zwart gekleed en goed doorstappend op hoge hakken. Zo herken ik haar meteen. Die madame heeft vaak een kleine, langharige, vuile hond bij. Neen, ik vind niet alle honden vuil. Maar deze 'witte' zijn vacht is gelig bruin. Nu gesticuleert ze hevig naar de man die tegenover haar aan het tafeltje bij het raam hangt. Net als bij een gelijkaardige vrouw naast haar lijkt alles wat ze doet en oproept te heftig om te horen bij die deftige mensen die op dit uur thuis blijven.
Of ze ook nu hoge hakken draagt, kan ik niet zien. Maar dat ze sporen draagt wel. Sporen van laat leven.