donderdag 19 januari 2012

wolf met rood kapje



Ha!! Totally into Little Red Riding Hood …
Wat een verhaaltje eigenlijk, feitelijk?!






Roodkapje wandelt graag door ’t bos.
Wel, ik ook!
Roodkapje rent niet krijsend weg als een wolf haar aanspreekt.
Wel, ik ook niet.
Roodkapje ziet graag rood.
Wel, ik ook.
Roodkapje draagt graag een kapje.
Wel, ik ook!

Neen, kom toe, serieus … Roodkapje gaat niet over letterlijk opgegeten worden hé? Dat gaat over een jonge vrouw die aantrekkelijk gevonden wordt en een man die haar avances maakt om ook bij haar lust op te wekken.
Ik was ooit een roodkapje. Mmmm … And then the wolf came.

Hier en nu gaan roodkapjes in jeans, rode hoodie, blouson, met rugzak, op hoge hakken de straat op.
Een jonge wolf vraagt ex-roodkapje hoe ’t met haar gaat. Ze denkt:”Dom wolfje! Ik ben helemaal geen roodkapje meer. Zoek toch onwetend vlees.” en antwoordt:”Wel, niet goed! Ik moest lijm hebben en in den Brico waren ze verdomme de vloer aan ’t verven en dus kon daar niemand bij de rekken met lijm!”. De wolf zegt dat hij thuis lijm heeft en vraagt of ze mee wil. Het ex-roodkapje antwoordt dat ’t niet hoeft, dat ze onderweg was naar Delhaize om lijm te halen, maar dat ze al teruggekeerd is, omdat tijdens het telefoongesprek van daarnet bleek dat ’t toch niet dringend is. De wolf:”Nog een fijne avond dan.” Conclusie: Doe alsof je hem al jaren kent. Ventileer volop uw ongenoegen over iets wat niets met hem te maken heeft en de jonge wolf is afgeschoten door de gedachte:”Miljaar! Die praat gelijk mijn zus/moeder/grootmoeder!!” Enfin, een vrouw die hij wel ok vindt, maar zeker niet op zijn ILF-lijstje staat.
Terwijl zij rustig en tevreden over haar techniek op de tram wacht, komt de volgende wolf eraan. Eentje van een heel andere soort. Hij kijkt en haar blik kruist héél kort de zijne. Hij weet. Hij zegt niets. Hij blijft uit de buurt. De tram heeft veel deuren. De wolf loopt met zachte, stabiele tred, op poten met kussentjes onder, naar de plek waar zij staat. Hij stopt en laat haar met een expliciet gebaar voorgaan. Het ex-kapje bedankt, stapt in en gaat zitten. De wolf kijkt even rond en legt zich rustig neer, op korte afstand, zijn kop op zijn poten. Geveinsde onschuld en stromend bloed worden vermengd. Hij waakt. Ze denkt:”Mooie, trotse, krachtige wolf. Gij zult verslinden.” en stapt af. Zelf een wolf … Eentje met een rood kapje.



Incubus - In The Company of Wolves

woensdag 18 januari 2012

zatte patatte


“Ne zatte man, dad es eirg. Mor een zatte vraa! Dad es nog veel eirger!!” zei mijn grootmoeder meer dan eens.

Vanavond, rond half zeven kwam een madame op het voetpad mijn richting uit, zeilde uit haar baan tot tegen een verkeersbord en zei stilletjes ‘oei’. Haar ogen waren open, maar haar blik leek zonder focus. Of neen, het leek alsof ze iets bewegend volgde, zo’n anderhalve meter voor haar, op de grond. Terwijl ze me passeerde, tilde ze haar voeten bij elke stap net iets hoger dan men doorgaans ziet. Ze zwenkte naar de straatkant om over te steken. Ik draaide me om en dacht:”‘k Wil ’t niet zien als ze aangereden wordt!!!! Als ik er dan toch niets aan doe, kan ik het evengoed compleet negeren!!”. Maar ik hield ’t niet vol, hield haar toch terug in de gaten. Ze bereikte veilig de overkant en keerde terug in de richting waar ze vandaan kwam. “Waar gaat ze naartoe? Woont ze daar ergens? Gaat ze naar de nachtwinkel om meer drank?” Ze stapte vrij kortdaad door en bij de hoek een zijstraatje in.
Plots leek het of ze bij momenten op rolschaatsen stond waarvan elk wieltje een toer van 360° kan maken. “Is die vrouw wel dronken? Heeft ze misschien om totaal andere reden zware evenwichtstoornissen? Misschien heeft ze iets als een beroerte.” Ik bleef toekijken en vroeg me af wat ik zou doen als ze zou vallen. Zou ik naar haar toe gaan, zoals ik zou willen dat ik zou doen? “Is ze nu zo sterk aan ’t zwalpen, omdat ze meent dat ze uit het zicht is? Omdat ze zich nu gewoon laat gaan.” Ze verdween uit mijn zicht. Ik stapte verder en vroeg me af of een zatte vrouw inderdaad nóg erger is.
“Wat is ‘mijn’ mening daarover? Is openbare dronkenschap erg? Los van ’t gevaar waar je voor zorgt. En had ik effectief iets willen doen, wat was het dan geweest? Als ze inderdaad zwaar dronken was, had ze dan een probleem? Was het haar keuze? Was ze semipermanent in de drank verzeild geraakt? Zou het helpen om zo iemand te laten oppakken voor openbare dronkenschap – moest de politie daar al toe over willen gaan, want daar heb ik geen flauw benul van – zodat ze misschien attent gemaakt wordt op de ernst van de situatie? Is de situatie ernstig? Zou ik me dezelfde vragen stellen over een man? Kan ik überhaupt oordelen zonder invloed van de doctrine van mijn grootmoeder?!”.

Zoveel uren later denk ik:”De doctrine van mijn grootmoeder??”.
Mijn grootmoeder had – en heeft waarschijnlijk nog altijd – een zeer sterke eigen overtuiging, net zo lang tot er een sterk tegenargument kwam. Dan draaide ze – desnoods 180° – bij en begon ze met een vurige verdediging van het tegenargument. Als je haar confronteerde met haar inconsequentie, reageerde ze verontwaardigd, alsof ze valselijk beschuldigd werd. Jak zeg!!
Is het omwille van mijn laatdunkende indruk over haar, dat ik zo sterk betwijfel of een zatte vrouw wel zoveel erger is? Of omdat ik sowieso alles betwijfel?
Of was het omdat zij de meeste van haar debatten met mij voerde van in haar fauteuil, pintjes drinkend uit ’t flesje en het leeggoed op de vloer liet staan tot het er gemakkelijk een stuk of acht waren.
Vond ik haar nog erger als ze zat was? Ze was enkel maar zichzelf, maar dan erger …

wel merci

Kent ge dat? Van die dagen dat ge niet meer weet waarom? Welke waarom? Wel, gelijk welke waarom.

Waarom ge uw mailbox zou open doen. Waarom ge de diepvries zou ontdooien. Waarom ge schoon ondergoed aan zou trekken. Waarom ge zou eten. Ook al hebt ge honger. Ook al hebt ge bergen schoon ondergoed. Ook al weet ge hoe de diepvries snel ontdooid kan worden. En ook al weet ge dat mensen contact met u willen.
Dagen dat ge niet meer weet wat ge zijt met een gegarandeerde voldoening. Want, oh ja. Ge weet dat ge er voldoening uit zou halen, moest ge er allemaal toe komen. Maar ge vraagt u af:”En dan?”, blijft zitten en staart voor u uit.
Wel, voor mij was vandaag niet zo’n dag. Vraag mij niet:”Waarom?”. Ik weet niet waaraan ik ’t heb te danken.
Maar wel:“Merci!”. Want er is veel kans dat gij er voor iets tussen zit.



Udo Jürgens - Merci Chérie - 1966

Merci, Merci, Merci für die Stunden,
Cherie, Cherie, Cherie,
uns're Liebe war schön, so schön,
Mercie, Cherie,
sei nicht traurig, muß ich auch von Dir geh'n.

Adieu, adieu, adieu,
Deine Tränen tun weh, so weh, so weh,
unser Traum fliegt dahin, dahin,
Merci, Cherie,
weine nicht, auch das hat so seinen Sinn.

Schau nach vorn, nicht zurück,
zwingen kann man kein Glück,
denn kein Meer ist so wild wie die Liebe,
die Liebe allein,
nur die kann so sein, so sein, so sein.

dinsdag 17 januari 2012

apenapenapenna

Iedereen kopieert gedrag van anderen, toch? Allez ja, iedereen … Wie actief deelneemt aan een samenleving. Maar doet iedereen dat even bewust?

Als ge mij ziet doen wat algemeen als ‘normaal’ aanzien wordt, zijt dan maar zeker dat ’t geen impromptu is. In elke compleet nieuwe situatie – waarbij ik dus niet heb kunnen checken hoe anderen ermee omgaan – kom ik geregeld onconventioneel over. Waar anderen meteen patronen – haast vanzelf zo lijkt het mij! – doortrekken, moet ik (weer bewust) een link leggen met een situatie die ik als gelijkaardig zie, moet ik eerst al uitzoeken wat dan wel een ‘gelijkaardige situatie’ kan zijn. Want neen, ook dat gaat bij mij niet vanzelf. En omdat de ene vraag tot de andere leidt, kan zo’n reeks gedachtesprongen lang duren en spring ik er dus geregeld even uit.
Na zo’n kleine negenendertig jaar geraak ik het stilaan gewend om als wat raar, zotjes, excentriek, onconventioneel gezien te worden. Om ’t voor mijzelf wat te vereenvoudigen, volg ik doorgaans eenvoudigweg mijn geweten. ‘k Laat mij voornamelijk leiden door de vraag:”Doe ik daarmee iemand opzettelijk kwaad?”. Vroeger ging ik nog verder en vroeg:”Doe ik daarmee iemand bewust kwaad?”. Tussen ‘bewust’ en ‘opzettelijk’ zit een groot verschil! Nu vind ik gedrag waarbij ik mij ervan bewust ben dat anderen er soms last van hebben ok, zolang die veroorzaakte hinder niet mijn oorspronkelijk opzet was. Collateral damage …

Er zijn vast nog veel meer mensen die zoveel sprongen moeten maken. Als er iemand tegen uw kar rijdt, is dat misschien omdat hij de weg naast uw kar (nog) niet kent.

zondag 15 januari 2012

Je bent wat je eet?

Iemand vertelde me dat zijn beenhouwer van destijds net een varkenskop had, zo rood en opgezwollen en was ervan overtuigd dat ’t te wijten was aan al ’t vlees dat die slager zelf naar binnen had gespeeld. Je bent wat je eet, zoals men zegt.
Dat deed mij nu over mijzelf denken:”Amai. Dan moet ík altijd en overal goed op tijd zijn!”
Maar kijk. Misschien is dat nog zo gek niet. Als ge rust vindt, zijt ge zzzennnn … Wie ‘zen’ is zijn gedrag hangt volgens mij alleszins niet aaneen van de snelle, nerveuze doeningen. Ik denk dan aan bewegingen uit de Tai Chi. Traaaage, glijdende, golvende enerrrrgie-ie-ie … En wat eten mensen die ‘zzzennnn’ zijn? Trraaaage suikers!!

Mmmm ... op wie kunnen we dat nog toepassen?

Rijst heeft de vorm van een spleetje ...

woensdag 4 januari 2012

het kadertje als referentie

Als je iemand die je lief is – om welke reden ook – bekijkt, zie jij die dan in een bepaald kader?

‘k Had al geruime tijd een aantal foto’s aan de muur hangen. Foto’s van mensen die voor mij veel belang hebben. Een duimspijker in ’t randje en dat was het.
Geen idee meer eigenlijk, hoe ik ertoe kwam hen liever in een kader te willen. Nu die keuze gemaakt is, lijkt ’t me zo logisch als wat, alsof ik hen het sierraad wil geven dat ze verdienen.
‘k Ga daar dan ook niet licht over. Iemand komt bij mij niet zomaar in de eerste, de beste lijst terecht. Om hét kadertje te kiezen dat een referentie kan zijn voor die persoon, gebruik ik mijn volledig referentiekader.
Wat heb ik nu ondervonden? Eens ik zo’n kader aan de afbeelding van iemand hebt gekoppeld, ik daar niet meer op terug kan komen.
Ik haal de foto uit de eerder gekozen lijst en stop hem in een nieuwe die ik net kocht. Natuurlijk sowieso één waarvan ik vermoed dat hij een mooiere combinatie zal geven. Wat merk ik? Dat ’t helemaal niet beter is. Het oorspronkelijke besluit om iemand dat soortement huisje, jasje te geven, moet voor mij zo gefundeerd zijn, dat ik me snel aan dat beeld lijk te hechten.
Eens mijn referentiekader gecreëerd is, blijkt het redelijk robuust.

maandag 2 januari 2012

Later word je slecht. Slaapwel ...

Twee zeer grote ramen waarlangs het licht van de lantaarnpalen buiten binnenvalt. Balatum op de vloer. Een bruin, gebombeerd tweepersoonsbed uit de jaren vijftig met lakens en wollen dekens. Naast het bed een bijhorende kleerkast met vijf deuren, groot, log, zwaar, in staat tot verpletteren als ze omvalt. De andere kant, in de hoek tussen de twee ramen de commode met grote, driedelige spiegel waarop een pick-up staat, om sprookjes op LP te beluisteren. Maar nu niet. Niet voor het slapengaan.
Voor het slapengaan is moe er. Moe komt dichtbij, geeft een kruiske “Juzzeke zegendou, juzzeken bewoardou”. Ze komt nog dichterbij om een nachtzoen te geven. Uit haar mond komt de vertrouwde stank van zieke tanden, een ongezonde spijsvertering en sigaretten. De stank uit de mond van pit is nog sterker. Hij moet ook niet komen over hangen om het te kunnen ruiken.
“Slaapwel!”, “Tot morgenvroe-oe-oeg!”, “Tot morgenvroe-oeg”, … “Tot morgenvroe-oe-oe-oeg!”, “Tot morgenvroe-oeg”, over en weer tot moe helemaal de trap af is.

Als eten stinkt, is ‘t slecht. Later als je groot bent, ga je stinken, word je slecht.
Zal de kast omvallen?
“Boem-boem, boem-boem” luide hartslag in de stille kamer.
Liggen op de rug, “gris-gris”, “gris-gris”, hoofd van links naar rechts wiegen op het hoofdkussen. Haar ritselt en kraakt “gris-gris”, sneller wiegen, luider dan “boem-boem, boem-boem”
Slaapwel …




Nick Cave - People Ain't No Good