‘k Had al geruime tijd een aantal foto’s aan de muur hangen. Foto’s van mensen die voor mij veel belang hebben. Een duimspijker in ’t randje en dat was het.
Geen idee meer eigenlijk, hoe ik ertoe kwam hen liever in een kader te willen. Nu die keuze gemaakt is, lijkt ’t me zo logisch als wat, alsof ik hen het sierraad wil geven dat ze verdienen.
‘k Ga daar dan ook niet licht over. Iemand komt bij mij niet zomaar in de eerste, de beste lijst terecht. Om hét kadertje te kiezen dat een referentie kan zijn voor die persoon, gebruik ik mijn volledig referentiekader.
Wat heb ik nu ondervonden? Eens ik zo’n kader aan de afbeelding van iemand hebt gekoppeld, ik daar niet meer op terug kan komen.
Ik haal de foto uit de eerder gekozen lijst en stop hem in een nieuwe die ik net kocht. Natuurlijk sowieso één waarvan ik vermoed dat hij een mooiere combinatie zal geven. Wat merk ik? Dat ’t helemaal niet beter is. Het oorspronkelijke besluit om iemand dat soortement huisje, jasje te geven, moet voor mij zo gefundeerd zijn, dat ik me snel aan dat beeld lijk te hechten.
Eens mijn referentiekader gecreëerd is, blijkt het redelijk robuust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten