dinsdag 30 juni 2009

Drinken! Drinken moeten we doen! Men zegge het voort!!



Gisteren, bij de vijver in 't park, ging een egeltje op zijn gemakje aan de rand een beetje drinken, terwijl ik daar op nog geen vier meter van stond.

Vandaag, bij mijn klein vijvertje op de koer ...

Eén wesp die komt drinken.


een drinkende wesp, originally uploaded by dP spot.

Nog een wesp die komt drinken.


nog een drinkende wesp , originally uploaded by dP spot.

Twee wespen die komen lurken.


nog een drinkende wesp , originally uploaded by dP spot.


't Is duidelijk dat moeder natuur ons iets wilt zeggen hé?!

maandag 29 juni 2009

twee wachthokjes






twee wachthokjes, originally uploaded by dP spot.

Twee dezelfde wachthokjes.
Nu staat er niemand in.
Maar als daar mensen in staan, dan wachten ze - meestal toch - op een trein.
Zo, van hier gezien, zou je dat misschien niet direct zeggen.
Maar wie links gaat staan, gaat naar rechts.
En wie rechts gaat staan, rijdt mee naar links.
En soms ... Heel soms en heel kort, voelt het alsof mensen - de ene naar links en de andere naar rechts - rijden, om nooit meer terug te komen.


zondag 28 juni 2009

(niet) zitten schilderen



Tafel vol schilderspullen
Gezicht in de zon en 't werk in 't licht
Op de achtergrond: de muziek uit de film van gisteren

Tafel vol theaterteksten
Handen op 't klavier en de ideeën in zicht
Op de achtergrond: de muziek uit een film van lang geleden

Na 10 seconden luisteren naar het eerste nummer al kippevel
Bij het derde nummer de ogen moeten sluiten, adem inhouden, wiegen en vanbinnen ... wenen, glimlachten, ineen krimpen, alles spreiden, weggaan en voor altijd blijven bestaan

Het gaat door
Voelen
Leven voelen gaat zo hard door
Als je van de pauzetoets durft blijven



Het derde nummer:
Deborah's Theme - Once Upon A Time In America (Ennio Morricone)



vrijdag 26 juni 2009

Van een tros ballonnen en een ijzeren gewicht



Er was eens, lang geleden, in een land hier ver vandaan, een massa zakjes gevuld met lucht, die heette Tros Ballonnen.
In die tros zaten ballonnen in allerlei verschillende kleuren en in elke ballon zat een ander gevoel.
In de witte ballon zat rust, in de zwarte wanhoop, in de grijze droefenis, in de bruine ontzetting, in de okerig groene walging, ... In de grasgroene zat moed, de gele stak vol met opgewektheid, de turquoise droeg kalme blijdschap mee, de rode was gevuld met impulsiviteit. Dat zijn er maar enkele. Het was een hele, hele grote tros. Alle mengsels kwamen erin voor. Of toch bijna ... En allemaal zaten ze aan elkaar vast. Ze waren aan elkaar verbonden met touwtjes.

Tros vloog rond. Mee met de wind. Hoe harder de zon scheen, hoe warmer de gevoelentjes-lucht in zijn ballonnen werd en hoe hoger hij steeg. Als het koud werd, kropen de luchtdeeltjes vanbinnen dichter bij elkaar, werd elke ballon op één plekje zwaarder, werden de ballonnen wat slap en zakte Tros naar beneden. Tot de zon weer flink ging schijnen. Dan dansten de luchtdeeltjes weer wild in het rond en ging hij weer omhoog ...

En Tros vloog en vloog ... botste af en toe ergens tegenaan ... Hij maakte zich ook wel eens zorgen dat hij tegen iets heel scherp aan zou vliegen en er in één of meer ballonnen een gaatje zou komen!
Nu en dan bleven de touwtjes ergens aan vast zitten. Soms op een plek die hij heel leuk vond, met veel ruimte om rond te tollen. Soms op een nare plek, met veel hoeken en kanten in zijn buurt. Maar de wind blaast voortdurend en vanuit alle richtingen. En telkens kwam Tros weer los en vloog verder. Jaren gingen voorbij. Tros hing aan muren, in bomen, aan lantaarnpalen en autospiegels. Soms heel kort, soms wat langer.

Tijdens al dat vliegen, bedacht Tros wel eens, dat het eigenlijk toch ook niet alles is: altijd maar weer doorgaan, nooit weten waar je mee naartoe genomen wordt, elke keer weer snel afscheid nemen of zelfs niet eens, op een ooh zo mooi plekje zijn en daar niet kunnen blijven omdat je gestuurd wordt door zon, wind, regen, temperatuur, ... kortom alles behalve jezelf, ...
En zo groeide bij Tros het verlangen naar iets wat hem eindelijk bij één plek zou kunnen houden. Iets waar hij zijn lange, lange touwen bij het uiteinde aan vast zou kunnen maken. Zo zouden al zijn ballonnetjes nog altijd kunnen bewegen in de lucht, stijgen, dalen, met een ruk naar links of rechts vliegen. Maar hij zou wel weten waar hij aan het einde van de dag zou zijn.

Een fiets leek hem maar niets. Hij had ooit Kinderfiets leren kennen en bleef wat hangen. Kinderfiets wou alsmaar rondrijden. Tros zo aan zich vast hebben zitten, vond hij wel leuk. Maar Tros had het niet zo met de meppen die hij kreeg. Zijn ballonnen ging té snel heen en weer en dat bracht hem wat in de war.
Een gevel was uitgesloten, want dan zou Tros maar de helft van alle kanten meer uit kunnen. En een schoorsteen is zo hoog dat hij nooit nog de grond zou kunnen raken. Neen, dat kon ook niet zijn.
Het moest iets zijn dat vrijstaat op een open plek in de ruimte, zo klein is dat Tros niet belemmerd wordt bij het rondvliegen en toch zwaar genoeg om zijn eindjes dicht bij de grond te houden.
Niet gemakkelijk te vinden, leek hem.

Tot Tros op een dag IJzer in de gaten kreeg.
IJzer kwam uit de aarde en was door vuur en water heel dicht bij elkaar gekropen. Als de zon heel hard scheen dat Tros al hoog de lucht in ging, dan nog bleven al IJzer zijn deeltjes zo dicht bij elkaar dat het hen lukte om stevig op de grond te blijven. Dat vond Tros prachtig!
De eerste keer dat Tros in de buurt van IJzer ergens aan vast bleef zitten, maakte hij er meteen een praatje mee.
IJzer vertelde dat 'IJzer' maar een stukje van zijn naam was. Net zoals 'Tros' ook maar een stukje van Tros zijn naam was. Tros zijn naam was Tros Ballonnen. En zo heette IJzer om precies te zijn IJzeren Staaf. Maar iedereen noemde hem meestal gewoon IJzer.
Tros vertelde over waar hij naar op zoek was en IJzeren Staaf zei heel beslist, dat hij dan zonder twijfel naar IJzeren Gewicht op zoek moest. Tros was blij dat IJzeren Staaf hem kon helpen. "Is er zo maar één?" vroeg Tros opeens. "Tuurlijk niet!" zei IJzeren Staaf, "Net zoals er van mij veel verschillende types bestaan - lange, korte, dikke, dunne in allerhande combinaties - zo zijn er ook van IJzeren Gewicht veel soorten qua grootte, zwaarte, vorm en noem maar op.". "En hoe weet ik dan, wie goed voor me is?" vroeg Tros. "Dat weet je niet. Je moet het gewoon elke keer proberen." zei Staaf.
En zo begon de tijd waarin Tros hoopte bij een ijzeren gewicht te geraken.

Hij vloog over pleinen, weiden, vijvers en meren, bruggen en gebouwen, ... Bleef haperen aan prikkeldraad, jonge twijgen, verroeste nagels en verrotte zitbanken. De eindjes van zijn touwen rafelden steeds meer uit. Maar hij gaf de hoop niet op. Zijn touwen waren lang en het zou nog flink wat duren voor ze helemaal versleten waren.

En dan, op een koude regenachtige dag, kwam Tros Ballonnen wat aan de slappe kant, naast een ijzeren gewicht te liggen. Tros was eigenlijk helemaal niet in de stemming om Gewicht aan te spreken. Dat was altijd zo als hij helemaal slap van de kou was. Dan bleef hij uit zichzelf al bij de grond en vergat telkens waar hij eigenlijk naar op zoek was.
Toch geraakten Gewicht en Tros met elkaar aan de praat. Om de tijd te doden. Terwijl ze daar dan toch naast elkaar lagen. Maar Tros vertelde niets over zijn groot verlangen ... Tot de zon weer volop ging schijnen, de lucht in Tros zijn ballonnen weer warmer werd en ze één voor één weer opstegen. "Oei, oei, oei!" riep Tros, die plots weer die andere kant van zichzelf zag, "Ik kan me maar beter aan jou vastmaken of ik vlieg zodadelijk weg." Gewicht ging onmiddellijk akkoord. Tros was dolgelukkig!! Maar Tros wist niet waarom Gewicht het eigenlijk zo snel eens was.
Hoe hoger de ballonnen van Tros stegen, hoe nerveuzer IJzeren Gewicht werd. Tot hij uitzinnig naar Tros riep:"Jaaa!! Jaaa!! Vlieg!! Vlieg omhoog!! Neem me mee de lucht in!!". Tros dacht:"Ooo jeee!! Wat nu?!", want dat kon Tros helemaal niet. Daarvoor heb je één, hele grote ballon nodig die al zijn kracht in één richting kan laten gaan. Bij Tros mocht het nog zo warm zijn en zijn ballonnen nog zo dik gespannen, zoiets lukte niet. Als er wind was, vlogen bij hem de ballonnen bijna altijd alle kanten uit. En dat vond Tros leuk. Zo had hij zichzelf altijd gekend. Enkel als er héél, héél felle wind was, een echte storm, gebeurde het wel eens dat heel Tros één kant uitging. Gelukkig maar heel zelden, want Tros had gemerkt dat zijn touwtjes het bij een storm extra zwaar te verduren kregen. Meestal raakte hij dan toch weer los en ging in een rotvaart mee met de stroming.
Gewicht had naar Tros geluisterd en zei dat het allemaal één groot misverstand was geweest. Gewicht was helemaal niet blij met hoe zwaar hij was en hoe hij altijd bij de grond bleef. En nu Tros aan hem vast zat zou hij stikjaloers worden, omdat zij daar in de lucht wel lichte, gekke capriolen konden maken. "Probeer het een keer. Eén keerte maar!" vroeg Gewicht. Dat vond Tros wel goed. "Een keertje proberen kan geen kwaad." dacht Tros. Dus bleef hij hangen tot de volgende windvlaag kwam. En ja hoor! Het lukte!! Het was warm weer, de wind blies hard van onder naar boven, alle ballonnen gingen omhoog en Gewicht ging mee de lucht in. Tros was fier en Gewicht wist met zijn geluk geen blijf! Tot de wind stopte met blazen ...
Tros zakte pijlsnel naar beneden! Maar hij was helemaal niet bang. Er was plek genoeg en hij kwam toch altijd zachtjes neer. Maar waar Tros niet aan dacht, was dat Gewicht helemaaaal geen zachte landing kon maken! IJzeren Gewicht kwam met een smak van jewelste op de grond terecht!! Hij vloekte op Tros omdat die hem niet in de lucht had gehouden. "Ik kon het niet stoppen!" jammerde Tros, "Ik vlieg maar mee met de wind en als hij me niet meer naar boven blaast ... ". Tros stopte met praten. Hij zag dat Gewicht huilde. "Heb je je pijn gedaan?" vroeg Tros. "Me pijn gedaan?! Wat zou ik?!!" snauwde Gewicht, "Ik ben wel een ijzeren gewicht hé!! Besef jij wel hoe hard ik ben?!". Tros keek zwijgend toe. "Het is gewoon dat ... Dat ik, nu ik jou bij me heb, dus nog altijd niet kan vliegen." Beiden zwegen. "En ik wou het zo graag." zei Gewicht nog stilletjes. Teleurgesteld maakten Gewicht en Tros zich van elkaar los. Gewicht bleef liggen. Tros vloog traagjes, zigzaggend weg en dacht aan wat IJzeren Staaf zo lang geleden had gezegd: dat je het niet weet en telkens moet proberen.


maandag 22 juni 2009

"Ik zit vaaaaaaast!!!!!!!!!"



Het moment dat kersverse kindjes op de werkvloer worden geshowd, zwermt het meerendeel van de dames daar meteen rond. Zelf nooit neiging toe gehad. Kleine pakjes genen waar ik niet mee gelinkt ben, spreken me - naar aanleiding van er gewoonweg te zijn - niet aan.
Zoals ik al weergaf in 'Stank en gekrijs', sta ik daar misschien net wat te rationeel tegenover, om er vanzelf vertederd door te worden. Babies hun gehuil is irritant omdat je er wat aan zou doen. Dat hun stront keihard stinkt, is een goed argument om de luier zou gauw mogelijk te verversen. Dat ze grote ogen, met giganten van pupillen hebben, maakt dat er weinig of geen dreiging vanuit gaat. En zo spartelend zien ze eruit zoals ze eruit zijn met reden, met heel grondige reden. Ze hebben hulp nodig. En dat vrouwen daar zo massaal gaan rondhangen, heeft ook zijn reden. Vrouwen willen/kunnen hulp bieden. Enfin ... doorgaans toch.
Ik heb ook de neiging om hulp te bieden. 'k Zou ze door mensen hun strot rammen als ze mij niet afremmen. Maar babies kunnen waar ik me sterk in weet, nog niet appreciëren, vermoed ik. Elk zijn terrein en dat is blijkbaar 't mijne niet.

Nu sta ik vandaag op punt om uit de tram te stappen. Een vrouw met kinderwagen maant haar andere twee kindjes tot spoed. Begint een van de twee jongens nu toch te huilen!!! Broertje trekt aan zijn trui:"Kom!! Kom!! We moeten eraf!!" Kindje:"Ik zit vaaaaaaast!!!!!!!!!".
Tas opzij gezet, gekeken hoe dat precies zat. Had het jongetje zich blijkbaar omgedraaid op zijn stoel, was met zijn knie tussen de zitting en de rugleuning gegleden, zat daar tot half zijn dij en tot bij zijn enkel tussenin en geraakte er niet meer uit. Puuuure paniek!!!
Hem wat gekalmeerd:"Dat is helemaal niet zo erg. We helpen jou daar wel weer tussenuit. En mama en broer die wachten wel even hoor." Kindje wat rustiger. "Jij trekt en ik duw ondertussen tegen jouw knie. Goed?". Zijn "euheuh" klonk niet echt overtuigd, maar hij bleef kalm. Wanneer hij trok en ik nog maar héél lichte druk zette, sloeg de paniek alweer keihard toe. Hij leek ervan overtuigd dat hij daar nooit of te nimmer nog uit zou geraken.
Een man op leeftijd hielpt mee. Ik hield de jongen bij zijn romp vast om hem te helpen trekken, terwijl de man tegen zijn knie zou duwen. De trambestuurder kwam erbij en zei:"Het gaat heel even pijn doen." Het kind krijste zowat zijn longen uit zijn lijf, ik hield hem beet, trok, de chauffeur duwde en floep! Kindje bevrijd. Huilbui op slag over. Iedereen blij.

Ik ben nog zeker een kwartier behoorlijk van slag geweest door de angst die in dat kind zijn geschreeuw zat.
Kortom, ik mag daar nog zo rationeel tegenover staan als maar mogelijk is. Op 't moment dat een kind paniek toont en of het nu terecht is of niet, raakt mij dat blijkbaar toch sterker dan ik verwacht had.


zaterdag 20 juni 2009

Den Engel en Den Duvel,




Den Engel en Den Duvel, originally uploaded by dP spot.

ge vindt ze hier alle twee

en 't was weer goddelijk om zien,
welk licht erop geworpen werd.



Er zijn hier dingen gebeurd
en voorbije donderdag is daar een half uur - met behulp van een microfoon - over gesproken.
Over god
in tweevoud.
Maar er is niks gezegd.

Want den engel en den duvel,
ge vindt ze hier alle twee.
En wie zijn mond gehouden heeft,
mag u zelf kiezen.




woensdag 17 juni 2009

klaar


Sta je aan de kassa van een supermarkt in een lange file ongeduldig te wachten en kom je als je dan eindelijk aan de beurt bent tot de vaststelling dat je nog naar je kaart enzo, enzo moet zoeken.

Soms denk ik dat ik altijd 't gevoel zal blijven houden dat ik op 't moment dat 't zover is, niet eens klaar zal zijn.

*staar, denk, lees, denk, staar, staar, bedenk

Dus ben ik nu vast even klaar als ik ooit zal worden.


zondag 14 juni 2009

soldaat


Ik ken een soldaat.
En ik stuur hem pakjes.

En ondanks de oorlogstijd en strijd,
de corruptie van 't vermoeden,
en de checkpoints van 't wantrouwen,
komen ze terecht.

Vroeger heulde ik met de vijand,
smeet bommen
en schoot met scherp,
maar nooit raak,
omdat we blinde overlopers zijn.


maandag 8 juni 2009

Tango als in uw salon



Met mijn vriendin en haar vaste danspartner mee geweest naar 'Milonga de la Tangoteca' ...

Elk heeft zijn stijl, zijn eigenheid, zijn persoonlijke manier van dansen.
Het plezier staat op veel gezichten te lezen.
't Is schoon om te zien.

Dhr. X:
"Danst u ook mevrouw?"
Ik:
"Graag!"
- blijdschap die met gensters mijn gezicht af spat, verandert in lichte paniek - "Maar ik ken daar niets van."
Argentijnse Tango staat niet bekend als een dans die je zo rap eventjes gaat doen!
Dhr. X:
"Dat maakt niet uit."
Ik:
"Ok"
- met in gedachten:"Die mens houdt 't na dit halve nummer dadelijk voor bekeken."
Dhr. X:
"Gewoon naar de muziek luisteren. In Tango zijn er geen 'verkeerde' passen."
















De geruststelling heeft gewerkt.
Spectaculair voetenwerk kwam er bij mij weliswaar niet aan te pas. Maar 't was wél plezant en 't voelde juist! - Op die paar momentjes na dat ik echt strop zat. :-))) -
Die mens heeft er na dat half nummer meteen nog twee bij gedaan. :-D

zaterdag 6 juni 2009

de magie van de koketterie



Ben je een vrouw? Doe de test!
Ken je een vrouw? Vraag haar de test te doen.

Kleed je in een lange broek, daarop een slobbertrui en platte schoenen.
Ga de straat op.
Blijf staan aan een zebrapad.
Keer terug naar huis.
Trek een knielange kokerrok aan, daarop een aansluitende pull tot in de taille en hoge hakken.
Ga de straat op.
Blijf staan aan hetzelfde zebrapad.

Dames, ik weet niet hoe 't bij jullie zit. Maar moest ik in laatst genoemde combinatie toevallig enkel mansmensen tegenkomen, dan waande ik me binnen de kortste keren Mozes bij de Rode Zee!!


Ben je een man? Beantwoord de vraag!
Ken je een man? Vraag hem de vraag te beantwoorden.

Waarom houden jullie achter het stuur van een voertuig zo ontzettend veel gemakkelijker halt als we in de tweede outfit steken?
Is dat omdat jullie ons in die plunje graag even nakijken?
Zien we er zo gekleed op slag ontzettend kwetsbaar en hulpbehoevend uit, zodat jullie plots gaan overlopen van behulpzaamheid?
Of willen jullie ons in die plunje graag even nakijken, net omdát we er dan kwetsbaar en hulpbehoevend uitzien?

En is het om dezelfde reden dat jullie ons in outfit nummer twee op het voetpad en in de supermarkt opvallend veel bereidwilliger laten passeren, ons als winkelier nóg vriendelijker bedienen en jullie ons zoveel vaker per se iets onbenullig te zeggen hebben?

Neen? Waarom dan wel heren? Hoe dan ook, als 't voor u zo klaar als een klontje is: stort u op uw klavier!

Als het u belieft hé ... Allemaal als het u belieft natuurlijk. ;-)


Waarom zetten vrouwen er de schaar in?


Op het stukje 'kort' liet Ollie volgende reactie:
"Jij als denker DP een vraagje ; Bijna alle meisjes die Ollie graag had , hadden lang haar. Ze trouwen en hop , haar kort.Als Ollie het hun vraagt krijgt hij nooit een bevredigend antwoord . Weet ujij het ? Echt het valt op!!
Oh ja is haar kort knippen echt een keerpunt en het huwelijk ook ?"

Er zijn zo van die vragen - zoals 't merendeel waarschijnlijk - waarop niet meteen een sluitend antwoord te formuleren valt. En dat zijn de leukste!! :-D


Beste Ollie

"Jij als denker" zei je. Je moet dat zo niet iedereen in zijn soep doen hé, maar dat is wel een goeie truc om uitgebreide reactie van me uit te lokken. ;-)

Zoals wel vaker, komt een idee voor een blogstuk(je) bij voort uit een beeld dat plots in mijn hoofd opduikt.
Deze keer was het van een vrouw die voor een spiegel haar lang haar abrupt afknipt. En de achterliggende gedachte die ikzelf aan de vrouw gaf was:"Zo! 't Moet maar een keer duidelijk zijn!". Of die duidelijkheid dan voor een ander of voor haarzelf moest dienen, daar stond ik niet bij stil en ben ik nog altijd niet uit. Maar 't is wel zeker, dat ze dus voor mijn part 'iets' duidelijk wou maken.
'k Ging naar aanleiding daarvan op zoek naar filmscènes met zo'n beeld en vond dat lijstje. In die voorbeelden staat de vrouw in kwestie toch telkens op een keerpunt me dunkt. Maar goed, zélf knippen is natuurlijk nog wel heel wat drastischer dan op een mooie dag een kapperszaak binnenstappen en aankondigen dat 't er (bijna) allemaal af mag.

Ikzelf ben van kindsbeen af altijd stapelgek geweest van lang haar. 'Trui op de kop' - een stuk van in augustus 2007 - geeft daar een goed beeld van. Om de uitleg hieronder meer te kaderen, is het wel handig dat stuk ook te lezen.
Aan 't moment dat ik mijn lang haar liet kort liet knippen, was een lang gevecht met mijzelf vooraf gegaan. 'k Had quasi heel mijn leven lang met 't idee rondgelopen dat ik me pas 'mooi' zou kunnen voelen als ik lang haar had en bleef het feit dat ik daar als kind steevast van weerhouden werd meeslepen. Tot vandaag begrijp ik niet waarom het niet mocht. Ok, ik heb heel fijn én weinig haar. Maar wat voor een reden was dat nu, om het niet toe te laten?! Ach, 't zal wel iets geweest zijn dat leek op 'mij het huis uit laten met ongestreken kleren' zeker?
Sowieso al niet de zelfszekerste van den hoop, maakte de nadruk op de slechte kwaliteit van de pluimen op mijn hoofd me nog ongeruster over de totaliteit van mijn verenkleed. Toen ik dan eindelijk met stinkend dure hulpmiddelen kon proeven van volle, lange lokken, werd bevestigd hoe goed dat als masker voor mijn onzekerheid kon dienen. Naast de praktische reden - een ronduit genant voorval waarover ik in 'Trui op de kop' vertelde - om van dat hulpmiddel af te stappen, was er ook een emotionele.
Wie me in die periode niet heeft gekend, zal het zich vast moeilijk kunnen indenken, maar ik gebruikte destijds wel meer artificiële middelen. Naast de haarverlenging had ik ook kunstnagels. De nagels waar nu nog altijd massa's vrouwen mee rondlopen en waarvoor je nu op zowat elke hoek van de straat terecht kunt. Toen, was dat nog niet zo evident. Het onbegrijpelijke daaraan - achteraf gezien - is dat ik die nagels in de verste verte niet nodig had, want ik heb er van mezelf die sterk zijn en groeien als onkruid!! Maar goed, het paste in 't plaatje van de high maintenance bitch die ik toen blijkbaar verkocht wou krijgen. 'k Was wel zo slim om geen tien exemplaren met zo'n opvallende witte rand te laten plaatsen, zodat ik het - net als bij de haarverlenging - moeiteloos verkocht kon krijgen als ware 't van nature. Als men er expliciet naar vroeg - "Hoe krijg jij die zo lang en regelmatig?" over de nagels en "Welke kapper heb jij?" of "Welke producten gebruik jij?" over het haar - dan deed ik niet de minste moeite om 'de hulp' te bekennen. Dat men het niet kon zien, vond ik echter super. Dan had ik ook nog heel 't jaar door een gezond bruin kleurtje, want bruin van de zonnebank valt bij mij niet van echt te onderscheiden en ik moet maar heel af en toe op de bank om het te behouden. En op heel mijn lijf was geen plekje waar overtollig vet te bespeuren viel. Eén brok stevige spieren. Ja, ja ... Wat ik van mezelf had weten te maken, mocht gezien worden. Al konden heel goed gemaakte siliconenborsten misschien nog een meerwaarde bieden aan 't geheel, daar was ik radicaal tegen en bleef ik af.
En dan kwam het moment, dat ik niet meer wilde gewaardeerd worden voor onderdelen die de mijne niet waren.
Valse haren en nagels van 't één moment op 't ander weg en 't bruin kleurtje vervaagde. Ik was vanachter mijn 'kunstmatig opgezet showdier'-masker gekropen en koos voor het zijn wie ik was. En dat is toch inderdaad wel een keerpunt in mijn leven geweest, ja. En nog niet zo'n kleintje!

De 'lang haar'-historie was daarmee nog niet afgerond, want ik besloot toen om het eindelijk met eigen middelen te proberen. Om redenen die ik ook weer meegeef in 'Trui op de kop' besloot ik jaren later om de schaar te zetten in mijn eigen lange lokken. En ook dat was een belangrijk moment. Het was het punt waarop ik mezelf ertoe kon brengen te accepteren dat ik het zonder de verwezenlijking van die droom over haar tot de heupen zou moeten doen en die bedenking me geen minderwaardigheidsgevoel meer bezorgde. 'k Had mezelf laten proberen, wat ik van thuis uit nooit had gemogen. 'k Had enkele jaren zelf gemaakt lang haar gehad en het had er vaak mooi uitgezien. Tot de heupen bleek het echter niet te willen groeien en het zag er enkel kort na het wassen uit zoals ik het graag zag. Plots wilde ik mezelf ook daarop niet meer taxeren, wilde ik niet meer wachten tot ik eindelijk 'ok' zou zijn voor mezelf. 'k Wilde nog meer dan toen ik van de kunstmatige handel aan mijn lijf afstapte, roeien met de riemen die ik heb. En ja, ook dat noem ik een keerpunt. Het was minder opvallend naar de buitenwereld toe, minder abrupt voel- en zichtbaar. Maar het is een belangrijke stap geweest op een pad dat ik nog altijd zo goed mogelijk volg. Het hoorde bij het 'durven laten merken dat ik me nu en dan heel kleintjes voel', het 'niet meer altijd en overal in control willen blijven' waar ik toen bewust voor koos.

Waarom andere vrouwen hun haren knippen, daar kan ik enkel vermoedens over formuleren. 't Gaat vaak om dames met een weelderige dos waar ik me zolang achter wou kunnen verbergen.
Misschien is het knippen op het moment dat ze trouwen een bewust afstand doen van hun grootste verleidingskracht. Het niet meer willen bejaagd worden en die lokken dus niet meer nodig achten. Als 't zo is, dan zou 'k dat dus ergens wel kunnen verstaan. Maar omdat ikzelf vind dat 'er graag goed uit zien' - en dan wel al roeiende met de riemen die men heeft! - niet mag opgegeven worden omdat men 'van 't straat' is, kan ik daar niet achter staan. Nu ben ikzelf wel iemand die sterk afhankelijk is van de sfeer binnen een relatie. Als ik de begeerte sterk voel wegzakken zelfs als ik mij goed in mijn vel voel en er ook goed uitzie, dan durf ik wel eens opzettelijk de boel extreem de boel laten. Als ware het om - in de eerste plaats aan mijzelf - duidelijk te maken dat er mij iets fameus niet af gaat. Als dat wél goed zit en de partner zijn/haar madame bevestigt in haar aantrekkelijkheid, dan snap ik niet waarom een vrouw haar innerlijk gevoel mooi te zijn niet meer naar buiten wil laten komen. Dan lijkt het of die vrouwen met opzet de begeerte afremmen! En als ze dat inderdaad doen, hoe oprecht was het oproepen voordien dan? Mij lijkt het dan of ze de partner flink in 't o-tje genomen hebben!
Misschien is het een puur praktische aangelegenheid. Lang haar vraagt een intensievere behandeling dan kort. Er kruipt heel wat meer tijd in om het mooi en gezond te houden. Als trouwen betekent dat er plots veel minder tijd voor de dame in kwestie overblijft, kan dat mogelijk een bewuste verandering van prioriteiten zijn.
En dan is er nog eens het imago dat vaak aan lang haar gekoppeld wordt. Een vrouwelijke ex-collega met kort kapsel zei ooit op afkeurende toon over een andere vrouwelijke ex-collega met weelderige, lange lokken:"Ge ziet direct wat voor een type dat is. Met dat lang haar enzo." 'k Vraag mij nog altijd af of het pure jaloezie was of dat ze echt overtuigd was dat 'lang haar' een teken was van gebrek aan ernst, maturiteit, verantwoordelijkheidsgevoel. Want dat waren de dingen die dame één van dame twee vooronderstelde. 't Heeft me wel plezier gedaan, dat dame twee verdiend, flink promotie gemaakt heeft. Vast omdat ik 't niet heb met zulke vooroordelen en al helemaal niet met zo'n lelijke, achterbakse kritiek. Maar kijk. Ik denk dat we er niet rond kunnen dat 'lang haar' vaak geen kwaliteiten oproept die door werkgevers - in heel zakelijke branches - bij een volwassen vrouw gewaardeerd worden. En ja natuurlijk zijn er uitzonderingen genoeg! Maar over de hele lijn, kiezen vrouwen die er 'ernstig' uit willen zien vaak voor de korte versie. Als we dat idee doortrekken naar het huwelijk - dat toch ook als een ernstige stap aanzien wordt - dan valt daar misschien ook een verklaring uit te halen.

Maar ik herhaal: 't zijn slechts vermoedens natuurlijk hé. Van mezelf kon ik vertellen wat de beweegreden was. Voor de rest blijft het uiteraard gokken.
'k Heb in elk geval met plezier de poging gedaan om een tipje van die sluier voor je op te lichten.
Wie weet zijn er nog wel mensen die zich die vraag stellen? Dus besloot ik meteen bij aanvang om er een nieuw blogstuk van te maken.

Met vriendelijke groet,
dP


woensdag 3 juni 2009

kort


Als een vrouw haar lang haar kort knipt, staat ze in veel gevallen op een keerpunt in haar leven.
Omdat daar bij mij toch ook iets van was en ik nu gewoon goesting heb om naar de kapper te gaan: een kant-en-klaar lijstje met scènes waarin een vrouw zelf haar lange lokken kort knipt.

dinsdag 2 juni 2009

schoonmaak


Moest ik belachelijk rijk zijn, 'k zou er waarschijnlijk personeel voor nemen. Wat ik ook bedenk aan systeem of strategie, het blijft oorlogje voeren tegen al die dingen die 'k zoveel liever doe. En toch interesseert het me wel en ben ik er eigenlijk niet eens zo slecht in.
Mijn grootmoe - die mij graag vergelijkt met mijn moeder* en dan vooral bij punten waarop ze de kritiek liefst met bakken gelijk uitkapt - was laatst zelfs wat verwonderd over de doeltreffendheid van mijn aanpak. Pas op! Verwacht u niet aan fenomenale tips. Ze stond er gewoon versteld van dat je uw muren beter met 'warm' water kunt afwassen dan met koud. 'k Moet toegeven dat zoveel onwetendheid bij een vrouw die zich altijd en overal, zeer uitdrukkelijk mijn meerdere wil tonen, me wel goed deed. En 't heeft me doen bedenken, dat het misschien niet eens terecht was, dat ze erin slaagde mij jarenlang met een gevoel van compleet falen op te zadelen.

*Mijn moeder was het type dat perfect fu ... Neen, ze functioneerde eigenlijk gewoonweg 'niet'. Maar goed, ze deed dat 'niet functioneren' perfect, in een omgeving die om hoogdringende interventie vroeg van een professionele schoonmaakploeg - met desinfecterende middelen en heel de handel inbegrepen. Tot ze trouwde met iemand die dat soort interventies wel degelijk van haar zélf verlangde. Op dat punt gearriveerd, ging ze doodgemoedereerd - da's zo min of meer 'ongegeneerd' en 'uiterst kalm' in één woord - aan haar moeder - mijn eerder vermelde grootmoe - vertellen over hoe het bij mij thuis toch wel wat beter zou kunnen.
Mijn grootmoe zelf, was het type dat aan schoonmaken hogere prioriteit gaf dan aan eender welk intermenselijk contact ook. Ze spendeerde daar niet zó ontiegelijk veel tijd aan, volgens ik me herinner. Maar er waren nog wel wat puntjes die boven dat intermenselijk contact stonden. Sinds ik weet dat ze muren probeert af te wassen met koud water, stel ik me vragen bij de diepgang van haar liefde voor properheid. Ze was de jongste van een gezin met een stuk of tien zonen. De verhalen over de eisen die haar moeder op het kuisterrein stelde, verklaren vast deels waarom ze die prioriteit in de praktijk met tegenzin hanteerde. Neen, 'k heb haar nooit gezwind weten poetsen. Maar toch deed ze het blijkbaar liever. Liever dan ...

"Maar wat is nu eigenlijk mijn punt? Waar wil ik hiermee nu allemaal naartoe?" vraagt u zich drieëntwintig zinnen later mogelijk af.
Wel ...
Mijn prille kinderjaren bij mijn moeder, zijn waarschijnlijk geen al té goeie invloed geweest op mijn kuishouding. En dan bedoel ik de houding die ik tegenover het kuisen aanneem, niet tijdens.
De overschot van mijn kinderjaren bij mijn grootmoe, hebben daar bovenop waarschijnlijk voor een aversie gezorgd.
Een andere vrouw die mee voor opvang voor me zorgde van mijn vijf tot mijn zeven jaar, had poetsen als beroep en leed aan een vergevorderde misvorming die ervoor zorgde dat ze er thuis quasi permanent mee doorging. Met krachtige, besliste en onverschrokken overgave stortte zij zich op het enige wat ze goed kende. Ze is nu de zeventig voorbij, weduwe en staat dagelijks om half zes op om haar huis te beginnen kuisen. 'k Heb het moeilijk met het onbegrip dat grootmoe daarbij toont.
En toch ... Ok, 'k zal waarschijnlijk - en ook hopelijk! - nooit een voorbeeldige kuisvrouw worden. Daarvoor ligt mijn ideaalbeeld - de ultieme perfecte, waarbij elk oppervlak de test met de witte handschoen doorstaat - te ver buiten mijn bereik. 'k Wil namelijk niet 't risico nemen om toe te geven aan wat obsessief zou kunnen worden. Om dat gevaar in de buurt te laten komen, ken ik het plezier van 't vuilmaken te goed. Maar ondanks dat, valt 't best nog wel mee. Echt wel ...
En weet je wat? Ge kunt niet geloven hoeveel courage een mens haalt uit 't besef dat hij blijkbaar toch niet gedoemd is om te zijn zoals de genen waaruit hij voortkomt!