Gelijk ge al wist of nog niet wist, volgde ik onlangs een opleiding tot begeleider in de sociale economie met bijhorende stage in een sociale werkplaats, in mijn geval met buitenactiviteiten. Zoals ge dankzij de titel al wist of nog niet wist, heb ik daar een getuigschrift en een nieuwe hond aan overgehouden.
Nu zou ‘k het hierbij kunnen laten, want
- de essentie is met de titel mogelijk al wel gezegd.
- ’t is al bij den elven ’s avonds en ik moet – dankzij de nieuwen hond – nog even de straat op en hoe later het wordt, hoe sterker de volle goesting krimpt tot op de lange duur nagenoeg onvindbaar.
- er zijn andere mogelijkheden te over om tijd te verschijten.
- ik zou zelfs iets nuttig kunnen doen, zoals nu – enfin ja, na dat stukske ‘straat op’ dus – gaan slapen.
En ik ga dat bij deze dus … toch maar niet doen.
Al heb ik echt wel op punt gestaan, sta ik nu nog op komma.
Eén van die tijdverschijtingen is persoonlijke mails sturen na weer een periode van ouwe-getrouwen-verwaarlozing. Als ge u aangesproken voelt: tijdens mijn stage was ik elke dag minstens 11 uur van huis. Pover excuus als ge weet dat die stage slechts 11 dagen heeft geduurd. Maar gelijk ge weet of niet weet:”les excuses …
Neen, echt. Ik zou u wel willen mailen hoor. Maar tijdens die stage heb ik er thuis (weer eens!) een regelrechte puinhoop van gemaakt en die wil ik liever eerst ruimen. ‘k Ben er al aan begonnen. De leuke kant: de living lijkt nu weer groter!
Next on my list: de vaatwasmachine – die hier al een week staat – eindelijk aansluiten. Maar eerst de afwas! Zodat ik overal gemakkelijk aan en door kan.
Gelijk ge wist of niet wist, hebben afvoerbuizen van was- of vaatwasmachine standaard of 40 of 32 mm diameter. In plaats van uw afvoerslang héél diep in de buis in de vloer te steken, kunt ge ‘nen dikke joint’ gebruiken. Dan zit dat direct goed en er is mij verzekerd dat ge u daar achteraf niks meer van moet aantrekken. Nog een tip: als ge een aansluiting gebruikt die de diameter heeft van een standaard tuinslang, kunt ge met het winkelpersoneel van de doe-het-zelf zaak – om een onderlegde indruk te geven – spreken over een aansluiting op een ‘gewone dienstkraan’. Mij lijkt ’t wat zot om een kraan te hebben die geen dienst kan doen. Vakjargon wordt vast verzonnen door vak’idioten’.
Na de vaat en ’t machien moet de strijk aan de beurt geraken. ‘k Heb twee strijkijzers – één met en één zonder stoom –, twee strijkplanken en ook twee armen, twee handen. ‘t Zou er nogal eens een gat uit kunnen gaan. Als ik dan ondertussen ook nog tekst zou herhalen voor een theaterproductie, zou ‘k zelfs multifunctioneel zijn!
Daarna wil ik naar ’t containerpark. Daarvoor ben ik sowieso bijna klaar. Als ik dat te voet doe, kan ik de nieuwe hond meenemen. We passeren een losloopweide waarop hij eens goed zou kunnen koersen. Alleen weet ik niet uit ’t hoofd hoe hoog de afsluiting is rond die weide. En gezien meneerke met gemak over een hindernis van één meter springt, ‘t liefst van al zijn neus volgt en zelfs de katten probeert te dekken, is hem laten uitbreken … ook een optie natuurlijk. Wel ja, ’t is dan toch een extra wandeling met hem, kwestie van ’t nuttige aan het … Ook aan de leiband volgt hij het liefst zijn neus. Wat hem constant van links naar rechts naar links naar rechts doet rennen. Moest hij dat niet doen, een mens zou er trouwens een karreke kunnen achter spannen in plaats van hem het constant trekken af te leren! Maar hij is ook wel slim. Hij leert eigenlijk heel snel.
Voorbije zomer zwierf hij op het platteland zo’n 14 dagen door de velden, tussen de boerenhoven, overlevend op wat hij kon vangen of vinden. Mijn stagementor heeft hem in huis gehaald. Louis – toen ook voor mijn stagementor en zijn vrouw ‘de nieuwen hond’ – sprong op tafel, kasten, noem maar op. Ze vroegen zich af waar hij vandaan kwam, hadden de indruk dat hem nooit iets was aangeleerd. Maar ge weet dus niet wat zo’n zwerfhond heeft meegemaakt hé. Hij weet dat misschien van dat karreke. ’t Is misschien net daarom dat hij zo links, rechts, links, rechts loopt.
‘k Heb Louiske in de eerste plaats in huis heb gehaald, omdat Mica – sinds het overlijden van Froemelke – het alleen thuis zijn zeer moeilijk verdroeg. Mica is haar hele leven niet zonder een soortgenootje geweest. Als ik van huis was of zelfs nog maar op een ander verdiep in huis, begon ze te huilen. ‘k Heb het flink wat tijd gegeven, maar ze kon er blijkbaar niet aan wennen.
Mijn stagementor presenteerde mij Louis, omdat hij steeds uit hun tuin brak, al eens aangereden werd door een auto en bij de buren al rattenvergif naar binnen kreeg, zodat hij wéér ternauwernood aan de dood ontsnapte.
Sinds de dood van Froemel hadden we al eens een lieve logé voor enkele dagen, maar daar had Mica geen aandacht voor. Naar honden die we tijdens het wandelen ontmoetten, keek ze niet om. Zelfs aan een Deense Dog van een vriend gaf ze bij hen thuis geen aandacht. Maar met Louis is het anders. Hij is een Parson Russell Terriër – da’s de hoogbenige Jack – is helemaal wit met caramelbruine oortjes en masker. Qua kleur en tekening lijkt hij eigenlijk ontzettend sterk op Froemel. Hij kan zelfs het vel op zijn voorhoofd ‘froemelen’ zoals Froemel deed. Maar er moet meer zijn dan dat. Mica merkt die uiterlijke gelijkenis vast niet eens op. Er is duidelijk iéts wat haar heeft aangetrokken. Zijn nieuwsgierigheid naar haar toen ik met hem thuis kwam, was meteen wederzijds. Hij was kort daarop al aan ’t proberen om haar te bestijgen, waarbij hij steeds een flinke uithaal van haar te verduren kreeg. Maar ’t is hem dus wel gelukt om haar naar hem te doen ‘omkijken’!! Na een dag wou ze al vlakbij hem in één mandje liggen. Als zij begint te huilen wanneer ik weg ben, blaft hij even en ze stopt ermee. Mja, hij is een lastpak buiten de deur. Maar kleine Mica heeft eindelijk weer een maatje en dat maakt dat hij de moeite van het trainen nog meer waard is.
Gelijk ge weet, moet ik met dat koppel klein grut nog een wandelingske doen. En hoe later het wordt, hoe meer de goesting krimpt, gelijk ge …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten