
.
Schrijven over wat ik opmerk, werkt ontlastend voor me. 'k Noem het daarom 'kakken'. Welkom bij het verbruiken van mijn 'bestaansverteringproducten'!
Mannen zijn vaak ook zulke gierige Sinten!
Als ze je kunnen vangen met een kleinigheidje, zullen ze de rest van wat in de zak zit niet tevoorschijn halen. Blijk je daarmee niet te overtuigen, dan wordt het aanbod groter. Komt er echter een rivaal ter sprake, dan graaien ze als gek in die Sinten-zak om je toch maar te bewijzen dat je voor hen moet kiezen!!! Berekende bastards!!
Ik vraag me echt wel af wat mannen ervan weerhoudt om gewoon van de eerste keer passioneel hun zak leeg te maken.
En ja! Dit is héél erg voor interpretatie vatbaar, gezien 'de zak leeg maken' ook staat voor klaarkomen.
En ja! Die vraag is ook terecht. Alleen is 't antwoord daarop een stuk eenvoudiger: omdat ze volkomen terecht bang zijn dat ze met hun kloten de deur uit vliegen als ze er niet in slagen om me zowel mentaal als fysiek tevreden te stellen. Nah!!
Als ik log dat een man beter kan zwijgen, heb ik het vooral over alle exemplaren die er toch niet in slagen om te verwoorden wat er in hen omgaat.
Ik ben ook kwaad! Kwaad om 't feit dat woorden niet volstaan als het vervolg niet komt.
Het gaat ook over woorden die verwachtingen scheppen en vaak niet overeenstemmen met wat écht kan.
Het gaat over de beloften die wij mensen elkaar zo graag zouden willen doen, maar waarbij het niet in onze handen ligt of we ze al dan niet kunnen houden.
De pijn die uit de inconsequentie voortkomt, zorgt er voor dat ik bij wijlen wou dat ook de woorden er nooit waren geweest.
Acda en de Munnik - Kom bij me lief
..
Misschien moeten mannen maar niet te veel praten.
Laat dat aan ons over!
Als wij wat zeggen bedoelen we daar minstens twee dingen tegelijkertijd mee. Twee dingen die we allebei even oprecht menen.
Als we zeggen:”Och, da's niet erg.” bedoelen we:”Ik voel me dankzij jou een totale mislukking.” én tegelijkertijd willen we niet dat jullie mannen zich daar schuldig over voelen. Als we zeggen dat we niet haatdragend zijn, bedoelen we dat we jullie niks slechts toewensen én tegelijkertijd zeggen we:”Wat ben ik toch een kalf.” en denken aan een exemplaar waarbij niets ons weerhoudt om het zelf op de slachtbank, zonder verdoving in stukken te hakken.
Als we gillen:”Eten is klaaaaaaar!” willen we zeggen dat het NU AL klaar is en hoor je nog het beste van al:”Zorg dat je snel aan tafel bent om me te tonen dat je mijn moeite van het kiezen in de winkel tot het in elkaar flansen van 't gerecht op prijs stelt.”
Als we opbiechten dat we ...-pijn hebben, versta dan zowel:”Belast me even niet met het jouwe.” en “Vraag me dan toch even hoe erg het is!” als “Houd de wereld van me weg alsjeblief.”.
Dat wij dat beter allemaal effectief zouden uitspreken?!
Stel dat we starten bij ...-pijn. Dan moeten we eigenlijk zeggen:
“Choh ik heb ...-pijn.” én “Mag ik even klagen over hoe erg het is?”
Bij de tweede zin hoort dan weer:”Ik geef je de keuze om me te laten klagen en je hoort er zelfs naar te vragen als ik er uit mezelf niet toe kom.”
Wat ter verduidelijking moet opgevolgd worden door:”Neen, ik verwacht niet dat jij ervoor zorgt dat de ...-pijn weg gaat. Tenzij je dat zou kunnen natuurlijk. Het is gewoon fijn om te weten dat iemand het erg vindt als mij iets stoort.”
Maar als we ...-pijn hebben, lopen we niet over van de zin om alles van naaldje tot draadje uit te leggen. Dan willen we enkel dat je ons aankijkt, ons eventjes bezorgd besnuffeld en zachtjes jankt omdat je ons mist en wilt dat we weer beter worden. Dan laat je het beste je tanden zien aan wie ook maar dichterbij durft te komen en terwijl je je kop iets lager houdt om je rechtopstaande nekharen te tonen en hen doordringend aan blijft kijken, produceer je een dreigend gegrom.
Neen, wij willen geen woorden. Woorden hebben we al.
.
Zo'n zestien jaar geleden vertelde een nuchtere schorpioen, waarop elk gezond vrouwmens haar ogen bleven kleven, over 'De kracht van positief denken'. Hij wilde me ervan overtuigen dat het ondanks de begrijpelijke scepsis die een mens daarbij voelt, écht werkt.
Volgens de standaard van heel wat mensen sta ik, zoveel jaar later, vast nog nergens. Maar ik weet dat er toch wat van is! En da's misschien niet eens zo gek, want ten slotte ligt wat daar wordt beloofd, bijzonder dicht bij het resultaat van een gedreven zoektocht. Wat vreemder is: het werkt voor mij ook als ik iets een tijd lang in m'n achterhoofd laat zitten. 'k Laat me vast onbewust sturen door waar ik naar uitkijk.
Op professioneel vlak, heb ik de meest uiteenlopende dingen gedaan. Maar wel stuk voor stuk activiteiten die me al van ruim ervoor hadden aangesproken. Ok, op één plek bleef ik langer dan ik er eigenlijk had willen zijn. Maar dat valt dan weer wat buiten categorie. 't Had met het verlammende effect van zekerheid te maken.
'k Heb zoals ik al eerder vertelde, op veel verschillende plekken in veel verschillende soorten huizen gewoond. Ook weer vaak panden die een “hééé” bij me konden uitlokken. Ik had 't ooit in mijn hoofd gehaald om in een Oud Herenhuis te willen wonen en ook dat is gelukt.
Als ik nu verhuis, wil ik graag naar een ruimte die minimaal is ingericht. Nog liever casco als mét ingemaakte keuken, afgewerkte badkamer en/of een soort vloer- en wandbekleding die 'k niet kan appreciëren. Graag iets niet té klein, vochtvrij, met veel licht, aansluiting op 't aardgasnet, warmwaterboiler en leidingen tot bij minstens één plek waar ik een kachel kan plaatsen.
Alleen als er zo weinig is, kan ik er precies mee doen wat ik zelf wil: koppig mijn zin doordrijven.
'k Wil zo min mogelijk nieuw kopen en zo veel mogelijk alternatieven zoeken en/of bedenken voor al die dingen waarbij heel wat mensen geen keuze zien. Een omgeving waar de regel 'Keep It Simpel and Stupid' zegeviert. Waarom massa's geld uitgeven aan dure ontwerpen, waarvan de complexe vorm of uitwerking geen meerwaarde biedt? Een voorbeeld? Waar ik nu woon is de inkomhall vrij smal. Waarom een 'mooie' kapstok kopen die ofwel te veel plek inneemt, ofwel niet genoeg jassen kan dragen? Ik zette een gordijnroede vast tegen de muur en gebruik ze met kleerhangers. 'k Deed hetzelfde om handtassen op te hangen aan slagershaakjes. “Op wat trekt dat nu?” zullen heel wat anderen denken. Maar ik vind het praktisch, puur en daarom mooi. Dat ik het heel goedkoop kon houden zonder aan gebruiksgemak te moeten inboeten, was een tweede voorwaarde waaraan het voldeed. Opzet geslaagd dus!
Iets wat ik nog aan het uitwerken ben? Schuifdeuren aan kasten uit doek. Zo wegen ze bijna niets en zijn niet duur. Ik kan ze vol kliederen in één kleur, er wat op schilderen of dat laten doen door iemand die ik ken en naar wiens uitlating ik graag wil kijken. En ze blijven gemakkelijk inwisselbaar vanuit eigen stock. Want hoeveel ruimte neemt een doek in beslag? Zo hoeven ze me ook nooit te vervelen. Simpel toch?!
Waarom zitten er in elk huis ook o-ver-al hoekjes? Elk oppervlak dat moet worden schoongemaakt heeft van die grenzen waar je zonder hoge concentratie niet bij komt. Ik kan mezelf bereid vinden om te poetsen. Maar ondertussen wil ik wel aan iets leuk kunnen denken, zonder dat mijn verstrooidheid ervoor zorgt dat ik net zo goed niets had kunnen doen, omdat ik de 'hoekjes' weer eens vergat. Daarom wil ik op elke overgang van een horizontaal naar een verticaal vlak een afronding. Ok, ik verlies er een ietsie pietsie plaats mee. Maar het gemak waarmee je daar overheen kan gaan om het zuiver te houden ... Dat is me tot nu toe volkomen onbekend!
Ja, 't is helemaal zeker! Ik ga een ruimte vinden waarmee ik kan spelen.
Of misschien is het allemaal toeval en hebben die twee en hun gelijken iets wat de rest van ons niet heeft: een overtuigingskracht die zelfs puur vergif op vitamientjes doet lijken.