zondag 23 september 2007

Magical Tree


Drie jaar geleden haalde ik uit het beeld van een boom inspiratie voor een rol in een theaterstuk. En het deed nog meer.


Toen ik nog piep was, woonde ik een huis aan een onverharde weg waar die stopte bij een veldwegeltje van een man breed, omgeven door weilanden, akkers, braakliggende terreinen, aan hun eigen willekeur overgelaten bossen en grote vijvers. Er was geen omheining om onze tuin en geen onderscheid tussen bij ons en daarbuiten. Op de open vlakte naast ons huis groeide onkruid tot hoger dan mezelf. 's Zomers stond ik samen met de zon op om met een deken en een kussen daar verder te slapen. Ik plukte voor mijn grootmoeder zo veel boterbloemen dat mijn armen nog amper om het boeket heen konden. Er lag een spoorlijn die al jaren buiten gebruik was en prima dienst deed als evenwichtsbalk. In een deels onder water gelopen bos, gingen vrienden en ik uitzoeken hoe ver we konden doordringen. Stapje voor stapje tastend verder, telkens met één voet vooruit en elkaar vasthouden. “Dieper!” riepen we opgewonden uit en keerden pas om toen we plots tot net onder ons bekken in het water floepten. Onder het slijk naar huis, de douche in en dat was ok. We hadden een lievelingskoe die ons herkende en gaven haar zelf een naam. De mijne had een witte krans om haar nek en kon wel eens dwars liggen als de boer en zijn zoons kwamen melken. Ze bleef niet staan of trapte ongedurig met een achterpoot. Mijn grootvader haalde een vlieger uit een weiland en werd daarbij achterna gezeten door een kolos van een trekpaard zodat hij moest rennen en over de pinnetjesdraad springen. Mijn grootvader stond niet al te stil bij bloemen, maar hij zag wel graag de violetten die zich verstopten in de bermen langs de vijverpaden en kolleblommen die hele velden groen met rood gestippeld maakten. In onze tuin werden allerlei groenten en bessen gekweekt. Zowel het gedroogde patattenkruid als papier en karton werden opgestookt in een oud metalen vat.


Beetje per beetje werd dat landschap waarin ik opgroeide omgevormd tot verstedelijkt gebied. Het zicht werd onderbroken door de nieuwe spoorlijn. De weg werd verhard en doorgetrokken. De gronden naast ons huis werden verkaveld. Op de top van een van de laatste zavelbergen, die er lag tijdens de zoveelste verandering, was ik Sheena, Queen of the Jungle met gehuil en al.

Ikzelf evolueerde mee. Bos, velden, bloemen, beestjes, tochten door gebied dat ik kende als mijn broekzak werden vervangen door schoenen, hitparades, kleren, kapsels, danspasjes en jaloezie. Jongens waren er al.


Toen ik uiteindelijk verhuisde, trok ik naar omgevingen waar nog veel minder groen was. 'k Ben mijn interesse in natuur niet kwijtgeraakt, maar ze bleek meer en meer van op afstand en op de lange duur enkel nog in theorie tot uiting te komen. The Magical Tree has broken the spell.

In mijn volwassen ogen leek hij op een boom uit een sprookje, die een gezicht zou hebben en zou beginnen te praten eens je er vlakbij stond. Hij bracht echter ook die tijd terug dat realiteit nog nutteloos en onbelangrijk mocht zijn – wat meteen ook het mooiste is uit mijn kindertijd – en liet mij vooral terug de bosbewoner zijn die ik als kind was geweest. Voor wie bomen niet moesten kunnen praten om erbij te horen. Ze waren wat ze waren, een onlosmakelijk deel van mijn leefwereld.

Het was liefde op het eerste zicht en toen ik een steek waarop vond, begon ik hem te fotograferen en dankzij hem ook te lezen over hoe je bomen kunt herkennen. Geloof het of niet. Ik ben in de schaduw en tussen de wortels van bomen groot geworden, maar kon (zonder de vruchten) enkel de den, spar, berk, knotwilg en populier herkennen. Het is een paardenkastanje. Die komt oorspronkelijk uit de Balkan. Net als mijn vader. Haha!! Maar dat is natuurlijk toeval.


2 opmerkingen:

  1. Mooi, die weemoed in jouw herinneringen. Het is overigens de boom zoals ik hem graag in mijn dagdromen zie, wanneer ik er onder zit en de hele wereld van mij af laat glijden. Een vriend voor het leven..

    BeantwoordenVerwijderen