vrijdag 15 augustus 2008

last van 't verstand

.

Een vriendin van me verloor enkele weken terug haar moeder aan kanker.
Een korte tekst die ze meteen daarna schreef, ging over hoe ze als kind van acht vaak nachtmerries had, zich al wat te groot voelde om bij mama en papa in bed te kruipen en daarom na lang piekeren bij het instoppen aan haar moeder vroeg:”Mama, waarom leven wij eigenlijk?” Haar moeder schrok maar zij evengoed meteen:”Maar jongske toch, we zijn hier om mekaar allemaal graag te zien.” Sindsdien had die vriendin nog maar zelden nachtmerries, schreef ze.


'We zijn hier om mekaar allemaal graag te zien.”
Een mooie gedachte. Maar had een onbekende haar dat toen gezegd, dan had het misschien niet veel uitgehaald. Voor een kind dat zich van nature afhankelijk voelt van zijn ouders, is dat niet meer dan normaal. Maar zelfs voor een volwassene die op eigen benen staat, weegt de ene zijn woord zwaarder dan dat van een ander. Pas als iemand er echt in slaagt om je gerust te stellen op een moment dat je 't moeilijk hebt, besef je hoe veel het uitmaakt wie de woorden uitgesproken heeft. Dan ineens moet je er bij stil staan, dat we in deze op individualiteit gerichte maatschappij, nog altijd gebonden door gevoel meer rust vinden bij 'iemand' dan als volstrekt ongebonden figuur in 'de groten hoop'. Allez, ik toch.


“We zijn hier om mekaar allemaal graag te zien.”
Ja, echt wel een mooie gedachte. “Maar toch niet allemaal éven graag”, wil ik toevoegen.
- 't Feit dat nu zo gelopen is dat we als soort een ander de kop inkloppen om ons eigen nageslacht meer kansen te bieden, even ter zijde gelaten. -
't Zou toch zot zijn hé, moest iedereen evenveel van iedereen houden? Zouden we dan nog een vaste verblijfplaats hebben? Of zouden we de eerste, de beste woning binnen gaan waar ter beschikking is wat we op dat moment nodig hebben of graag willen? 't Zou ons niet uitmaken met wie we aan tafel zitten en we zouden altijd iemand in de buurt hebben waar we ons goed bij voelen. Maar we zouden ook altijd iedereen missen die er niet is, want graag zien en afwezigheid van 't onderwerp zorgt voor gemis. Allez, bij mij toch.


Misschien zouden we dan beter in heeeele grote huizen wonen, met heeeele grote zalen, waar veeeel mensen in kunnen, om ... Neen, we zouden altijd mensen blijven missen.
'Iedereen graag zien' zou echt geen pretje zijn, denk ik.


En een tussenoplossing lijkt ook al niet helemaal dat. Want wat voor een zoektocht zou 't worden, om net allemaal die mensen bij elkaar te krijgen die elkaar graag zien?


En gelijk het nu is, is 't ook al niet simpel. Want eens het verkleed bal gedaan is,
hoe zelden gebeurt het dan, dat je nog altijd echt het liefste van al met die ene specifiek aan een tafel wilt zitten? Dat je liever een lege woning zou binnen gaan met precies dat ene individu, dan een tot de nok gevulde met alle hebbe-dingen denkbaar, zonder? Hoe vaak kan iemand een ander geruststellen met enkel wat er is?
En dan komt daar nog eens bovenop, dat de natuur de absurditeit nog niet eens heeft uitgeschakeld, van dat allemaal te kunnen willen en voelen en noem maar op, voor iemand die daar den hond zijn botten van herkent in jou. En het rotte blijft zelfs bestaan, daar toten over te kunnen trekken.


Kom toe ... 'graag zien' is een lastig concept,
op 't moment dat je beseft dat 'alleen' het ook niet is.
Zo lastig, dat - mits 't gebruik van wat gezond verstand - de kans straks bitter klein lijkt, dat we de mogelijkheid niet kwijt geraakten toen we dat verstand kregen.
Dat 't te verstaan is dat heel wat mensen zich de moeite willen besparen.
En al goed ook, dat mijn verstand blijkbaar niet te groot is.
Allez, voor mij toch.



Coldplay - What If




.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten