.
Gisteravond schreef ik een mail met als onderwerp:”Als ik kon toveren ...”
Het deed me een tijdje na 't versturen ook denken aan een act die ik moest opvoeren in het vijfde studiejaar.
Terwijl de andere vijfdekes een übercool dansje deden op 'Fame' van Irene Cara, mocht ik in een verenkostuum 'De Vogel' van Tim Visterin zingen. Mijn klasgenootjes werden beperkt tot het op een rijtje achter mij staan en meezingen van 't refrein. Dorky me mocht het hele lied met veel gesten in de spotlight brengen, omdat ik dat volgens de lerares toch zo vol overtuiging kon.
Man, man, man ... Geen idee waarom sommige mensen zo dwepen met hun kindertijd.
"Merlijn zei “jongen kom eens hier.
Met wat doe ik je nou plezier?
Je moet het even overwegen.
Al wat je wil zal ik je geven.”
En de knaap zei onbevreesd “meneer, meneer, ach meneer,
ach meneer"
Ik ben nog altijd kinderlijk, nu en dan gedraag ik me kinderachtig en ik hoef geen dingen meer te doen waarvan ik pas veel later besef dat ze niet half zo gênant waren als ze op 't moment van uitvoering voelen.
In vergelijking met mijn huidige staat van zijn leek ik toen nen oude mens! Een pruim die een pak vaker als nu geremd werd door de wetten van goedkeuring.
Had ik geen fijne kindertijd? Lijd ik aan vroegtijdige dementie? Beats me!
Maar 'k heb daar alleszins minder last van dan toen.
Merlijn en de eekhoorn – omdat ik 't nu al 'k weet niet hoe grappig vind
Geen opmerkingen:
Een reactie posten