Kijk naar mijn woefies.
En naar ara's in de vlucht*.
Het is geweten dat dieren elkaar instinctief nabootsen. De apen gaan ver wat het na-apen betreft. Ze imiteren elkaars gedrag en de volgende generatie doet ook hen weer na. Dit zorgt voor culturele verschillen tussen verschillende groepen. Zo steken dieren iets op, leren ze gedrag aan dat past bij hun soort.
Mensen die elkaar graag mogen, nemen elkaars houding over tijdens een gesprek. Het koppel op de foto doet aan synchroon roken.
Voor wie dit weet is het een goede barometer, om te weten hoe het contact verder kan evolueren. Er lijkt iets achter te zitten als:”Jij bent een exemplaar van onze soort, dat me succesvol lijkt (in om het even wat). Ik wil ook succesvol zijn en bij jou horen, dus begin ik alvast met jouw gedrag na te bootsen.” Daar gaat het uiteindelijk om. Diersoorten horen bij elkaar en herkennen elkaar voor een groot gedeelte doordat ze hetzelfde gedrag vertonen. Ieder dier moet bepaalde patronen kennen, om een kans te hebben op voortplanting. Zelfs de Einzelgänger moet weten wat een soortgenoot doet, wil hij bij het paringsritueel enige kans maken.
Het kan mislopen. De mens gaat te ver. Te velen kiezen te vaak onbereikbare voorbeelden. Er worden te veel irreële toonbeelden voorgeschoteld. De commerce profiteert van de natuurlijke en volkomen terechte drang die in iedereen aanwezig is. Hoe kon dit gebeuren?
Voor dat berichtgeving uit de hele wereld ons kon bereiken, hielden we het bij kopiëren van diegenen uit onze directe omgeving. Dit waren doorgaans mensen met dezelfde achtergrond en mogelijkheden. Met andere woorden, dat was de groep waar we echt bij hoorden, die ons als lid moest herkennen. Aangezien we nu contact hebben met de hele wereld, voelen we ook de behoefte om door die gigantische hoop opgenomen te worden. Bij elk deel van de wereldbevolking dat we zien, willen we passen.
Horen we graag Hip Hop, dan willen we er uit zien als een rapper. Dromen we van glamour, dan dragen we (desnoods kopieën) van de dure merken die de celebrities showen. Staan we voor een vrije geest, rebellie tegen het establishment en een relaxte levenswijze, dan leggen we om dit te tonen dreadlocks in ons haar zoals veel Antillianen. Daar gaat het toch om? Tonen wat ons interesseert en wie we willen zijn?
We willen zijn als en horen bij soortgenoten die we zeer waarschijnlijk nooit zullen ontmoeten. Maar anderen van vlakbij ons doen dit ook en zo vinden we gelijkgestemden gemakkelijk terug. Doordat we zicht hebben op de hele wereld identificeren we ons niet langer met onze buren, maar wel met hen die ons het meest aanspreken. Is het dan niet gek, als we anderzijds toch nog steeds zo nationalistisch ingesteld zijn? Dat ik dichtbij, in hetzelfde land woon, wil vaak an sich niet meer zeggen dat men wil zijn zoals ik of bij mij wil horen. Toch vindt de nationalistische landgenoot dat ik meer recht heb op zijn steun en bescherming dan wie buiten de grenzen van zijn land woont of van daar afkomstig is.
Ik overdrijf. Er zijn ook bij ons nog zo veel voorbeelden van imitatiegedrag dat toont waar men vandaan komt, waar men leeft. Hoe vaak kunnen we aan iemands voorkomen niet zien of hij tot bvb. de lagere of hogere sociale klasse behoort? Heb ik het juist als ik meen dat de minder begoede jonge meid die samen met haar buurmeisjes droomt van een leven en look a la Paris Hilton, er eerder als een goedkope kopie zullen uitzien dan de financieel sterkere leeftijdsgenoten? Mogen we aannemen dat de manier waarop we onbereikbare voorbeelden na-apen, grotendeels bepaald wordt door onze afkomst? Mag ik heel extreem stellen dat de rijken bvb. de wijze van losbandigheid overnemen en de armen het groteske van de accessoires, alle twee volgens de mogelijkheden die ze hebben? Dan zien we er niet uit of gedragen we ons niet zoals onze vrienden en kennissen, omdat dit het doel op zich is, maar omdat zij dezelfde mogelijkheden hebben bij het nadoen van hun idolen? Wat toch iets helemaal anders is dan het na-apen van onze buren zoals we vroeger deden. We lijken nog steeds op hen, maar niet meer om dezelfde reden. Dan is het toch niet zo dom van me, om niet te verstaan hoe dit samen kan gaan met het toenemende nationalisme.
Feit is zeker, dat we het resultaat van het tot bij ons kunnen brengen van de hele wereld over ons heen hebben gekregen, zonder dat we werden geleerd hoe we daar mee om moeten gaan. Dit zorgt ervoor dat men door instinct gedreven, veel en veel te veel mensen wil imiteren en het eigenlijke doel onmogelijk nog kan bereiken. Aangezien de handel er wel bij vaart, dat we steeds op onze natuurlijke honger blijven zitten, is het weinig waarschijnlijk dat de kapitalistisch ingestelde maatschappij er snel werk zal van maken om ons uit dit zelf veroorzaakte lijden te verlossen. Maar dat wil niet zeggen, dat wie het door heeft, moet zwijgen. Is het voor de mens haalbaar om wereldburger te zijn? "Hoe kunnen we van de voordelen van globalisering genieten, zonder aan de nadelen ten onder te gaan?" is ook bij sociaal-economische debatten een terechte vraag.
Een prachtig voorbeeld van hoe we mensen kunnen aanzetten tot nadenken, is het You Tube filmpje Doll Face dat ik via het blog Where is my mind heb gevonden. Zij blogt erover. Ik stuur de You Tube link door naar de auteur van Filosofie is voor iedereen en de schrijver blogt over imitatie. Ik schrijf nu een epistel en er zullen toch enkele mensen zijn die dit lezen. Ook al veroorzaakt dat geen aardverschuiving, toch vind ik het de moeite waard. Om vooruit te geraken, moeten we in de eerste plaats zelf willen bewegen, niet?
* bron van de foto: www.papegaai-ara.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten