.
Wat later
Zij:”We hebben de dag nadien een keer goed gesekst.”
Hij al lachend:”Ah! Was dát toen seks. Dan kom ik toch niks tekort.”
Zoals verwacht, volgt haar meewarig gezicht.
Ik:”Moh, stoerdoenerij.” en voel me een bemiddelaar en verrader in één vel.
De rest van het gezelschap bevestigt mijn woorden en legt uit hoe sterk hij in de watten wordt gelegd.
Ik weet niet met wie ik 't meeste te doen heb. Met haar omdat ze publiek wordt geconfronteerd met zijn ongenoegen. Een ongenoegen dat niet weg te halen valt met stapels netjes gesmeerde boterhammen. Of met hem om voordehandliggende redenen.
Zij denkt vast:”Ik verzorg jou tot én met! En dan moet jij nog klagen!”
Hij denkt vast:”Voor boterhammen hoefde ik geen vrouw.”
Nog later
Ze kijken naar het koppel en hij legt zijn armen om haar heen.
Nog wat later
Hij:”Ik kom een beetje bij u staan. Ja, zo ben ik hé. Ik houd de mensen gezelschap die moeten wachten op iemand die niet naar huis geraakt.”
Ik:”Ik moet nergens meer naartoe. Hij wil nog ergens zijn.
Gij zijt dus vanbinnen heel erg goed.”
- dat laatste naar aanleiding van een gesprek eerder op de avond over 'het goede' in de mens.
Hij:”Gij zegt dat. Maar ik wéét dat.”
Ik:”Ah voilà! 't Is met uzelf dat ge moet blijven rondlopen.”
Hij:”Ja, ik kijk naar mijzelf en ik zeg:”Met u kan ik overal komen.””
.
Heel mooi verwoord,dp, ik heb alleen maar leuke reakties op je présence gehad p en w vinden je een echt heel fijn menspersoontje.Best of greetz.Boubou.
BeantwoordenVerwijderen@Jean-Marc aka Boubou
BeantwoordenVerwijderenAl wat ze zeggen, zijn ze zelf. Nah!! ;-)